Michaja Langelaan (1950), dochter van Adriaan Langelaan (1918-2007) en Lily Salberg (1923-2012)
Familieband
“Ik kan me uit mijn jeugd niet herinneren dat we veel met de verschillende staken omgingen. Wel met de families Guldemond, Van Haeften en van Vollenhoven, die voelden echt als familie. Als ik naar mijn oma (Cor Langelaan-Stoop) toe ging in Huis ter Heide, zaten we in de zitkamer, zij op een grote stoel, ik op de groene bank ernaast. Ze was een intellectuele vrouw en vertelde veel: over Luns, Indonesië, de politiek. Als kind begreep ik daar niet veel van. Ze had een mooie tuin en vijver. Met haar stok wees ze me plantjes aan. Ze had een chauffeur, Fluit geheten, die samen met zijn Oostenrijkse vrouw Carolientje naast haar in een Scandinavisch houten huisje woonde. Hij bracht haar overal heen en ik kan me herinneren dat hij ons naar Zeist reed waar ik van oma een prachtig zwempakje kreeg. Paars met zwarte stipjes en een klein rokje.”
“Andere staken kende ik nauwelijks. De grote verandering kwam toen ik toetrad tot de redactie van het ‘’stakenboek’’ Uit een bron van weelde. Het leven van de erven Stoop (verschenen in 2010) waarin wij, vijf achterkleinkinderen, over onze grootouders schreven, de kinderen van Opa Stoop. In het begin begreep ik niet hoe het zat met al die nazaten en verhoudingen, maar ik leerde zo wel de familie kennen. Achteraf ben ik heel blij dat ik erin gestapt ben en in het leven van mijn grootmoeder ben gedoken. Cor heeft zelf veel over de familie geschreven. Ik voel een sterke verwantschap met de manier waarop ze dat op papier heeft gezet. Sommige familieverhalen hebben echt indruk op me gemaakt. Het verhaal van zoon Adriaan Stoop, de geschiedenis van Jet van Voorst Vader tijdens de oorlog in Wiessee. In het nawoord dat ik schreef probeer ik de rode lijnen uit al die familiegeschiedenissen samen te vatten: de (bijna allemaal) gestrande huwelijken, de sterke, financieel onafhankelijke dochters, de huizen van beroemde architecten, de opvoedingsstijlen, de hang naar Zwitserse berglucht en spiritualiteit.”
“In het Dorrie Stoop Fonds zit ik nu precies twintig jaar, als opvolgster van Corretje Guldemond-Langelaan. Ik ben al enige jaren voorzitter. Mannen komen er – na de sigaren rokende, overheersende Jan Langelaan – niet meer in: het Dorrie Stoop Fonds is een niet-rokende damesaangelegenheid. We hebben een fantastisch bestuur, met veel kennis en toewijding. Het fonds bestaat dit jaar 87 jaar. Ik vind dat indrukwekkend.”
Bijzonder aan de familie
“Iedere familie is bijzonder, maar door Bad Wiessee hebben alle staken een band gehouden, al was het maar financieel. Het is ongelooflijk dat we zo lang na het overlijden van onze (over)grootvader in 2012 nog een enorme erfenis kregen. Het verhaal over Opa Stoop ging altijd over zijn grote verdienste als mijnbouwingenieur. Jet schreef een fantastisch boek over hem (Leven en laten leven. Een biografie van ir. Adriaan Stoop 1856-1935, verschenen in 1994). Maar er zijn ook zaken die we nooit hebben uitgezocht. Dat is geen verwijt, na al die jaren worden er nu andere vragen gesteld. Dat heeft ook met de tijdgeest te maken. Ik vind het goed dat achterneef Melle (van Maanen) bij zijn onderzoek naar het koloniale verleden van Opa Stoop bronnen aanboort die ons doen realiseren dat ons familiefortuin op een bepaalde manier tot stand is gekomen. Door het koloniale beleid vloeiden de revenuen van wat er in de Indische bodem zat rechtstreeks naar Nederland en kwamen niet ten goede aan de Indonesische bevolking. Ik vind dat we daar meer over moeten nadenken en praten als familie. Melle en Thijs (zoon van Michaja, red.) gaan dat oppakken. Het is heel goed dat de jongere generatie dat initiatief neemt.”
Een nieuw hoofdstuk in de familie
“Sommige familieleden vonden dat ik beter niet over het boek van Reinjan Mulder had kunnen schrijven. Zwavelwater. De geschiedenis van Adriaans Stoop kuuroord in Zuid-Duitsland zou een misplaatste aanval op de familie zijn. Al vind ik het een slecht geschreven narcistisch boek waarin Mulder zijn jeugd uitvent en dat projecteert op de oorlogsgeschiedenis van Bad Wiessee, toch kun je niet ontkennen dat hij een aantal documenten boven tafel heeft gehaald die een ander licht werpen op wat er in die periode in Bad Wiessee is gebeurd. Meer Nederlandse bedrijven hebben destijds met dat dilemma geworsteld. We moeten inzien dat er ver is mee gegaan met het nationaal-socialisme. Ik kende die documenten niet, we hebben het nooit uitgezocht. Dat is een ongemakkelijke waarheid waar we onze ogen niet meer voor kunnen sluiten. Misschien vinden veel familieleden mijn houding wel te kritisch. Deels komt dat door mijn opvoeding, mijn ouders waren behoorlijk eigenzinnig, mijn oma was politiek en sociaal bewogen, en ik ben ook nog opgegroeid in de jaren zestig en zeventig. Tel uit je winst!”
Dierbaarste familiebezit
“Toen Opa en Oma Stoop in 1896 terugkeerden uit Indië en de De Rijp kochten, moest dat worden ingericht. Daarvoor gingen ze naar Londen waar iets geheel nieuws opgeld deed: namelijk een warenhuis waar je alles kon kopen. Daar bestelden ze naast meubels en andere huisraad, ook een enorm Van Hoorne Wedgewood servies. Alles werd in kisten naar Bloemendaal verscheept. Mijn oma had heel veel van het servies in huis en een klein deel daarvan is bij mij terechtgekomen. Als er mensen komen eten, en we eten van deze borden, dan vertel ik altijd dit verhaal.
Toekomst stichting Stoop-van Deventer
“Je kan van alles willen, maar het moet ook gebeuren. Het is wel bemoedigend als de volgende generatie op zijn eigen manier het familieverhaal levend houdt. Maar of de generatie daarna nog dat familiegevoel heeft? Het Dorrie Stoop Fonds, opgericht na de dood van Opa in 1935 met het erfdeel van Dorrie die in 1928 overleed, zal zolang het kapitaal in stand wordt gehouden in ieder geval blijven bestaan en dat is een mooie gedachte.”
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.