De belangrijkste bron van gegevens over opa en oma Stoop is de uitgebreide biografie die historica en achterkleindochter Henriëtte (Jet) van Voorst Vader-Duyckinck Sander schreef: Leven en laten leven: een biografie van ir. Adriaan Stoop 1856-1935 (Haarlem: Schuyt & Co, 1994). Voor dit boek ontving zij in 1996 de Pieter de la Court -prijs, een prijs die de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen (KNAW) iedere twee jaar toekent aan het beste onbezoldigd wetenschappelijk onderzoek.
Samenvatting (flaptekst)
Eind 19de eeuw kreeg Nederland na jaren van teruggang en stilstand de stroom weer mee. Economische activiteiten werden met succes ontplooid; kunst en wetenschap beleefden een nieuwe bloei.
Adriaan Stoop (1856-1935), telg uit een oude Dordtse familie – maar niet geremd door traditie -, mijningenieur en gedreven door ambitie, vond nieuwe wegen voor zijn ondernemingslust. Hij stichtte de Dordtsche Petroleum Maatschappij op Java en bracht de familieonderneming tot grote bloei. Later werd het bedrijf overvleugeld door de nog sneller groeiende ‘Koninklijke’. Stoop, royaal beloond voor zijn initiatieven en inspanningen, vond nadien een nieuw terrein van actie in Beieren: een mineraalwaterbron, aangeboord op zoek naar olie, werd de basis voor een kuuroord waar tienduizenden baat bij hebben.
De historica Henriëtte van Voorst Vader-Duyckinck Sander heeft met sympathie en kritische blik het boeiende verhaal geschreven van een man uit één stuk, die zich kon meten met olietycoons, maar die ook zijn kleindochter de betovering van een bloeiende nachtcactus kon tonen. De bezeten technicus ontwikkelde zich tot een weldoener die – van zijn woonplaats Bloemendaal uit – velen in zijn voorspoed liet delen.
Vanuit deze biografische benadering geeft het boek tegelijk een intrigerend cultuurhistorisch beeld van succesvol ondernemerschap na de Industriële Revolutie.
Een samenvatting van Jet’s biografie, zoals zij deze zelf in 1993 heeft gepubliceerd in het blad Ons Bloemendaal, is beschikbaar als pdf-bestand.